Uitstapje 1 – De oorlog

Hierboven heb ik het concept van de geestelijke oorlog al geïntroduceerd. Nu wil ik graag wat tijd nemen om deze oorlog te definiëren en af te bakenen, zodat het duidelijk is waarover ik het heb.

In het verleden heb ik grote moeite gehad met dingen als ‘geestelijke strijd’ en ‘voorbidders.’ Voor mij voelde het alsof Christenen die zichzelf als voorbidders zien dit als een excuus gebruiken om niets praktisch met hun geloof te doen: “ik hoef niet te evangeliseren, want ik ben een voorbidder.” Natuurlijk kan het zo zijn dat er ‘voorbidders’ zijn die een soortgelijke mindset hebben. Maar ik heb dit vooroordeel moeten loslaten. Sterker nog, ik ben zelf tijd apart gaan zetten om te bidden en te voorbidden, en dit heeft mij rijk gezegend. Het heeft allemaal te maken met de realisatie dat we leven in een oorlogsgebied.

Hoe is de strijd begonnen?
Het oorlogsmotief is gedurende de hele Bijbel aanwezig. Boyd redeneert zelfs dat het scheppingsverhaal in Genesis 1 dit motief volgt en hij stelt voor dat dit misschien eerder over een herschepping dan een schepping gaati. Persoonlijk zie ik dit niet zo. Bijvoorbeeld omdat deze theorie een wereldwijde zondvloed plaatst tussen Genesis 1:1 en 1:2, terwijl men de daadwerkelijk genoemde zondvloed in Genesis 6-8 zal moeten ontkennenii.

Toch begint de oorlog ook in mijn visie al vroeg in de Bijbel. voordat de duivel de vijand werd was hij in de hof van Eden aanwezig.iii De vijand is een geestelijk wezeniv en in Hebreeën lezen we dat de geestelijke wezens gemaakt zijn om de mensen te dienen: “Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven?”

De geestelijke wezens hebben van God dus niet diezelfde heerschappij gekregen als Adam. Tegelijkertijd hebben engelen ook een vrije wil.v Andrew WommackC stelt voor dat dit geestelijke wezen, deze engel, jaloers was op de positie van Adam. Bij de schepping had God de mens namelijk met een doel geschapen:

“En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen (Genesis 1:26)!”

De mens wordt aangesteld als heerser over de schepping. Ik vind het soms moeilijk om dat goed voor te stellen. Wanneer ik aan Adam denk, denk ik toch meer aan een naakte vegetariër die een beetje ligt te luieren in een mooie tuin. Maar het beeld dat hier geschetst wordt is groter: Adam was de machtigste koning die er ooit op aarde geleefd heeft! Hij was niet alleen koning over alle mensen, maar ook over alle dieren!

Toen in Genesis 3 de slang op een listige wijze de eerste aanval deed, viel hij deze koning aan! satan verklaarde als het ware de oorlog door een staatsgreep te plegen. Adam en zijn vrouw trappen in de val van de slang en Adam raakt zijn koningschap kwijt. De engel die bedoelt was om de mens te dienen kreeg het op deze manier voor elkaar om over de mens te gaan heersen. Hij nam als het ware de mens krijgsgevangene. En omdat God Adam onvoorwaardelijke autoriteit had gegeven over de wereld had hij ook de vrijheid om deze over te dragen aan wie hij wilde. De duivel had geen autoriteit en macht, maar kreeg deze van Adam, op die manier werd hij de vijand, satanC.
Het koningschap wordt door Adam aan satan overgedragen. Dit is niet direct duidelijk uit dit hoofdstuk in Genesis, maar het blijkt uit een gesprek dat Jezus met de duivel heeft:

“Opnieuw nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en hij liet Hem al de koninkrijken van de wereld zien, met hun heerlijkheid, en zei tegen Hem: Dit alles zal ik U geven, als U knielt en mij aanbidt. Toen zei Jezus tegen hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen (Matt 4:8-10).”

Jezus ontkent niet dat satan de macht heeft om de koninkrijken wel of niet aan Hem te geven. Op andere momenten noemt Jezus hem zelfs letterlijk de vorst van deze wereldvi. Ook Paulus gebruikt een gerelateerde term “god van deze wereldvii” Interessant is dat de context van de teksten in Johannes allemaal juist over de overwinning van Jezus gaan.

Dit is de reden dat ik Genesis 3 als een staatsgreep omschrijf. De satan stootte Adam van zijn troon en ging er zelf opzitten, waarmee hij het koninkrijk van de duisternis vestigde op aarde. God is gedurende de hele Bijbelse geschiedenis bezig om dit koninkrijk van duisternis in te perken en terug te dringen. Hij is alleen gebonden aan Zijn Woord, namelijk dat de mens heerschappij had over de aarde. “De hemel, de hemel is van de HEERE, maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven (Psalm 115:16).” Adam had het koninkrijk uit vrije wil weggegeven en er was een nieuwe Adam nodig om het terug te nemen. Dat brengt ons terug bij het Nieuwe Testament.

De oorlog in het Nieuwe Testament
De hele bediening van Jezus kunnen we zien als een daad van oorlog. Zijn onderwijs, exorcisme, genezingen, wonderen, het werk aan het kruis lijken volgens Boydviii allemaal ongerelateerd te zijn wanneer we Zijn bediening niet zien als een daad van oorlogvoering. Wanneer we deze geestelijke oorlog gaan zien als een fundament onder het Nieuwe Testament valt alles op zijn plek.

Zowel Jezus als de Apostelen zien ziekte op veel plaatsen als het directe werk van de duivelix. Nergens zien we Jezus ziekte behandelen als een geheim, soeverein plan van God. Nee Jezus behandelt zieke mensen als krijgsgevangenen die vrijgelaten moeten worden.x Het verschil tussen exorcisme en genezing lijkt bij Jezus ook maar klein te zijn. Soms geneest iemand fysiek nadat een demon is uitgedreven (Matt 9:32-33) of geneest Jezus iemand die gedemoniseerd is (Matt 12:22)xi.

Het Koninkrijk van God is hierin een centraal thema. Het woord ‘koninkrijk’ in onze vertaling is verwarrend. In onze taal is dit een woord dat vrijwel uitsluitend gebruikt wordt voor een fysiek land, een gebied met grenzen. Het Griekse woord dat in het Nieuwe Testament voor koninkrijk gebruikt wordt is βασιλεία (vasilía). Hoewel dit ook een fysiek land kan betekenen is dit niet de voornaamste manier waarop het gebruikt wordt. BDAGxii geeft als vertaling ‘de daad van heersen’ in het algemeen: ‘koningschap, koninklijke macht, koninklijke heerschappij’ en met betrekking tot God Zijn Koninklijke Heerschappij. BDAG merkt op dat de term vaak opgevat wordt als Gods rijk zoals ik hier boven omschreef, maar dat dit ook een verwatering oplevert van de originele betekenis, namelijk actief heersen. Beter zou zijn om het woord βασιλεία te vertalen met ‘koningschap’ of ‘heerschappij.’ Toch lezen veel mensen teksten over het Koninkrijk nog alsof het over de hemel gaat, of over de nieuwe wereld (sterker nog, de BGT vertaalt het woord Koninkrijk ook gewoon stug met nieuwe wereld).

Wanneer het gaat over het Koninkrijk gaat het hier dus om het vestigen van Gods heerschappij waar eerst satan zijn koninkrijk had gevestigd. Dit verklaart ook waarom het Koninkrijk en genezing of bevrijding regelmatig in één adem genoemd worden. Dit is goed te zien wanneer Jezus 70 mensen uitzend om te evangeliseren. We lezen in Lukas 10:9:

“Genees de zieken die daar zijn, en zeg tegen hen: Het Koninkrijk van God is dicht bij u gekomen.”

Genezing is het dichtbij komen van het Koninkrijk, omdat genezing van zieken het doorbreken van Gods heerschappij is op een plek waar de duivel zijn vlag had geplant. Bij Jezus is genezing geen symbool voor het Koninkrijk, het is het Koninkrijk zelf!xiii

Hieruit valt te concluderen dat bijvoorbeeld genezing of bevrijding altijd Gods wil is. Maar het is duidelijk in het Nieuwe Testament dat Gods wil niet altijd gebeurt. Als dat wel zo zou zijn zou Jezus ons niet geleerd hebben om te bidden: “laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel (Matt 6:10 NBV).” In de traditionele vertaling die we in de HSV of de SV vinden ontstaat verwarring wanneer we het oude Nederlands niet meer goed begrijpen “Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde.” Hier wordt door de SV een aanvoegende wijs gebruikt, een vorm die in het moderne Nederlands eigenlijk niet meer gebruikt wordt. Het wordt duidelijker wanneer je het zo opschrijft “Moge Uw Koninkrijk komen. Moge Uw wil geschieden, zoals in de hemel zo ook op de aarde.” Dit betekent in feite hetzelfde als de NBV vertaalt, hoewel de Griekse tekst hier, net als de NBV een gebiedende wijs gebruikt.

Het probleem is dat het oud Nederlands in onze oren klinkt als: “Uw Koninkrijk komt. Uw wil geschiedt, zoals in de hemel zo ook op de aarde.” Hierin is het Koninkrijk toekomstig en is alles wat gebeurt op aarde Gods wil, net als alles wat in de hemel gebeurt. Dit is het tegenovergestelde van wat er werkelijk staat!
Wij krijgen van Jezus de opdracht om in gebed Gods wil naar de aarde te brengen! Wat een opdracht! Genees de zieken, werp demonen uit, het wordt opeens allemaal helder. Dat is waar het om gaat! Leven en dat in overvloed!

Bronnen
i Boyd, 1997, pp.103-104
ii Vgl. Boyd, 1997, p.109
iiiWommack, 2023. Noot dat Andrew Wommack de duivel schetst als een gevallen aardsengel genaamd lucifer. Hierbij past hij Jes 14:12 toe op satan en zegt hij dat deze tekst over de duivel gaat omdat er lucifer staat. Dit is een cirkelredenatie, omdat de naam lucifer voor de duivel op deze tekst gebaseerd is. Deze naam komt op geen enkele andere plaats in de Bijbel voor. Ik ga in een later hoofdstuk dieper in op deze teksten ( Uitstapje 3 – de vijand kennen).
ivEfeze 2:2
vVgl. 2Pet 2:4, en Jud 1:6. Zonde is alleen mogelijk vanuit vrije wil.
vi Joh 12:31, 14:30, 16:11
vii2Kor 4:4
viii Boyd, 1997, p.180
ix Vb. Lukas 13:11-16 en Hand 10:38
x Boyd, 1997, p.183.
xi Boyd, 1997, p.184
xiiBDAG – Zie https://early_christian_el_en.en-academic.com/129
xiiiBoyd, 1997, p.186


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *